Het InterAcademy Council (IAC) heeft haar rapport naar buiten gebracht waarin het IPCC werd doorgelicht (wat betreft proces en procedures; niet inhoud).
Dat het VN-klimaatpanel IPCC dit voorjaar in het nauw raakte door de ontdekking van enkele fouten in zijn rapporten, was in zekere zin onvermijdelijk. IPCC is als vrijwilligersorganisatie met een kleine staf niet meer opgewassen tegen de maatschappelijke polarisatie die de onwelkome boodschap van opwarming en klimaatverandering nu eenmaal opwekt. Dus is professionalisering gewenst.
Het IAC rapport (persbericht) geeft hiertoe een aantal constructieve suggesties.
(…)
De foutjes die dit voorjaar in de IPCC-rapportage van 2007 bleken te zitten, waren het gevolg van onhandigheden en gemakzucht. Ze ondergroeven echter niet het inzicht dat [en waarom (mijn toevoeging)] het klimaat verandert. Dat ze niettemin een golf van wantrouwen losmaakten, geeft aan dat de klimaatwetenschap en het IPCC als aangever daarvan vooral een imagoprobleem hadden gekregen.
Aan de ene kant worden klimaatwetenschappers geacht zich strikt bij de feiten te houden. Tegelijk zijn hun gegevens en inzichten ook argumenten in de maatschappelijke discussies over het klimaat. Maar zodra ze zelf aan die discussies meedoen, ontstaat weer de suggestie van partijdigheid en vooringenomenheid.
Een professioneler IPCC moet niet alleen de interne zwakheden wegwerken, en zich wetenschappelijk zo solide mogelijk maken en presenteren. Ook moet het duidelijk maken dat zijn werk weliswaar politieke implicaties heeft maar dat het daarmee niet zelf ook politiek bedrijft.
Martijn van Calmthout schreef gisteren in de Volkskrant:
(…)
Die fouten bleken bij nader onderzoek doorgaans ondergeschikte details die de realiteit van een ongewoon snelle klimaatverandering niet wegnemen. Preciezer onderzoek van de gestolen klimaatmails liet niets heel van de suggestie van vals spel.
Maar het publiek vertrouwen in klimaatwetenschap was weg. En de analyse van de geleerden van de IAC, gebaseerd op gesprekken met talloze betrokkenen, laat zien dat een dergelijke crisis rond IPCC haast onvermijdelijk was geworden. Het rapport dat maandag in New York werd aangeboden, ademt de sfeer van een academische organisatie die gaandeweg in steeds heikeler vaarwater verzeild raakte, zonder zich daarvan echt rekening te geven.
Twintig jaar geleden was het een uitstekend idee om geregeld de beste klimaatwetenschap samen te bundelen en toegankelijk te maken voor beleidsmakers. Kennis moest leiden tot verstandige maatregelen, was het idee. En het netwerk van experts dat daartoe werd opgebouwd, mag inderdaad nog steeds indrukwekkend heten.
Maar met de toenemende realiteit van een door de mens veroorzaakte klimaatverandering werd het onderwerp steeds meer beladen. Het debat tussen voor- en tegenstanders van ingrijpend klimaatbeleid werd steeds scherper. En de druk op de leveranciers van de wetenschap onder dat beleid nam gaandeweg ongekende vormen aan.
Uit de analyse van Dijkgraafs onderzoekscommissie komt vooral naar voren dat het IPCC onvoldoende met zijn tijd is meegegaan. De wetenschappelijke vrijwilligersorganisatie die twee decennia geleden nog prima voldeed, blijkt inmiddels veel te kwetsbaar.
Het pleidooi van de IAC voor professionalisering kan maken dat een vernieuwd IPCC zich minder gemakkelijk zal laten overrompelen. Maar het terugwinnen van het verspeelde krediet zal er nauwelijks minder lastig om zijn.
Goede journalistiek bestaat nog.
Zie ook het stukje van Paul Luttikhuis op het NRC klimaatblog met een aantal citaten uit verschillende (Nederlandse en Engelse) media, waaronder ook een aantal voorbeelden van journalistiek zoals we dat ook gewend zijn: Dingen uit je duim zuigen om de lezer te behagen.