Eindelijk eens goed nieuws:
De cynicus in mij zegt “eerst zien, dan geloven”.
Het is zonneklaar dat voor een effectief klimaatbeleid de kosten van CO2 uitstoot een prijs moet krijgen (prijsprikkels werken beter en zijn i.h.a. meer acceptabel dan ge- en verboden). Daar komt nog bij dat wij de vruchten plukken van de activiteiten die CO2 uitstoten, maar de rekening doorschuiven naar de toekomst. Er zit iets asociaals in het principe van ‘buy now, let someone else pay later’.
Let wel:
“Het doel is niet om de belastingen te verhogen”, zei de Commissiewoordvoerster eerder tegen persbureau Reuters. “We willen ze herstructureren op een manier die consumenten kunnen begrijpen en beheren. Consumenten kunnen dan hun bedrag aan belasting verminderen door hun gedrag te veranderen en energie te besparen.”
Om dan gelijk een aantal uitzonderingen (zware industrie) te noemen. Kan niet alles tegelijk willen natuurlijk.
Wat mij betreft is een budgetneutrale CO2 belasting inderdaad het beste, eventueel gecombineerd met een verschuiving in de belastingen van arbeid naar grondstoffen en CO2. Als iets kapot is, maar goed te repareren valt, is het vaak goedkoper om een nieuwe te kopen dan om het te laten repareren, vanwege de hoge arbeidskosten in het Westen. Dat vind ik niet logisch.
Het ironische aan die discussie is dat in Westerse landen de aversie tegen een CO2 belasting groot is, terwijl in opkomende economieën zoals China en India een CO2 plafond (de “cap” van cap and trade) niet makkelijk geaccepteerd zal worden.
Onlangs werd weer duidelijk dat het emissiehandel systeem veel mazen heeft die misbruikt kunnen worden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat die niet gedicht kunnen worden. Toch zie ik meer in een eenvoudige CO2 belasting, al geef ik onmiddellijk toe dat ik niet gehinderd word door veel economische kennis in deze.