Archive for the ‘Nederlands’ Category

Nederlandstalige blog gaat weer z’n eigen weg

April 3, 2011

My Dutch blog goes separate…

Ik ga mijn Nederlandstalige klimaatblog nieuw leven inblazen. Voorheen onderhield ik al twee verschillende blogs (NL en ENG), die ik in 2008 heb samengevoegd. Dit blog is echter vnl Engelstalig geworden, en aangezien het toch om verschillende doelgroepen gaat lijkt het me logischer om de Nederlandstalige weer z’n eigen weg te laten gaan. De artikels (“posten”?) zullen niet simultaan lopen; ik ben in ieder geval niet van plan elke post te vertalen. De Nederlandstalige blog zal qua onderwerpen meer op de Nederlandse actualiteit en media zijn gericht.

Vast een vooruitblik naar deze week: Aankomende dinsdag wordt “De Staat van het Klimaat 2010″ aan staatssecretaris Atsma van milieu (I&M) aangeboden (met bijdragen van uw gastheer).

Advertisement

Wetenschappelijke handleiding bij het ‘Skeptics Handbook’

October 2, 2010

Er is nu een Nederlandse vertaling van de ‘Scientific Guide to Skeptics Handbook’. Geschreven door John Cook van SkepticalScience met assistentie van verscheidene klimaatwetenschappers, vertaald naar het Nederlands door Kristof Vandoorne. SkepticalScience is een bijzonder goede bron voor wetenschappelijk gefundeerde informatie over een scala van veel gehoorde “skeptische” argumenten. In het Nederlands geeft de site van het PCCC, Klimaatportaal, antwoorden op veel gehoorde vragen.

De grote lijnen van wat de wetenschap over door mensen veroorzaakte klimaatverandering weet  staan erin vermeld.

De “vingerafdrukken” van de menselijke hand in de huidige klimaatverandering zijn:

– Afkoeling van de stratosfeer (hogere luchtlagen)

– Minder warmte (infraroodstraling) ontsnapt naar de ruimte

– Meer warmte (infraroodstraling) keert terug naar de aarde

– ‘s Nachts warmt het meer op dan overdag

Deze “vingerafdrukken” komen overeen met wat je zou verwachten bij een versterkt broeikaseffect.

Hoeveel energie -uitgedrukt als boterhammen pindakaas- gebruiken we nu eigenlijk?

September 11, 2010

Professor Van der Meer licht ons energieverbruik toe aan de hand van boterhammen pindakaas. Bedoeld voor kinderen, maar ik vind het een heel mooi voorbeeld van hoe je wetenschap dichterbij de mensen kunt brengen: Breng het in voor hen begrijpelijke taal. Verschenen in het Reformatorisch Dagblad (laat je daardoor niet afschrikken):

Als je energie op is, wat doe je dan? Dan neem je een boterham met pindakaas.  (…)

Hoe moet je dan rekenen als je elektrische energie gebruikt? Of aardgas? Of benzine? De hoogleraar introduceert daarvoor deze middag een nieuwe eenheid: alles is te berekenen in boterhammen pindakaas oftewel aantallen Calvé; een boterham met pindakaas is evenveel als 1 Calvé.

En dan is de rekensom eenvoudig. Ons lichaam gebruikt 10 Calvé per dag. Dat is evenveel als een droogbeurt met de wasdroger, 8 minuten douchen of 4 kilometer autorijden. (…)

Vervolgens neemt Van der Meer het dagelijkse energieverbruik van de gemiddelde Nederlander onder de loep. Aan gas is hij in totaal 192 Calvé kwijt, voor verwarmen, warm water en koken; aan elektrische energie 46 Calvé. Binnenshuis heeft hij bij elkaar opgeteld al 238 Calvé nodig, voor het overige komt daar nog 562 bij, zodat de gemiddelde Nederlander 800 Calvé aan energie verbruikt per dag.

Dit laat ook zien dat het huishoudelijk energieverbruik gedomineerd wordt door verwarmingskosten (in Nederland vnl. aardgas), terwijl veel mensen in eerste instantie alleen aan elektriciteit denken. Ik weet niet waar de energiekosten buitenshuis uit bestaan, maar ik neem aan dat transport voor een groot deel daarvan verantwoordelijk is. De energie die nodig was om producten te maken, voedsel te verbouwen en services te verlenen is natuurlijk ook een biggie (maar het is altijd de vraag of/hoe die verrekend worden). Ik heb de hiergenoemde getallen niet gecheckt overigens.

Wanneer de hoogleraar dat vergelijkt met het energiegebruik van 1200 Calvé van de gemiddelde Amerikaan lijkt dat mee te vallen. Het staat echter in schril contrast met de 40 Calvé die een doorsnee Afrikaan opmaakt.

Als hij het gewenste energieverbruik van 600 Calvé vergelijkt met de exponentieel groeiende wereldbevolking is zijn conclusie helder: Als zij dezelfde hoeveelheid energie willen gebruiken als wij, moet het aantal Calvéfabrieken harder groeien dan de wereldbevolking. En dat lukt vooralsnog niet.

Van der Meer illustreert het overmatige gebruik van fossiele brandstoffen in de westerse wereld door de dagelijkse consumptie van 80 miljoen vaten olie (van 159 liter) naast elkaar te zetten. Dan heb je een lint van 40.000 kilometer dat een keer rond de wereld past.

Om in 2050 de doelstelling van 50 procent minder CO2-uitstoot ten opzichte van 2005 te realiseren, moet minimaal 46 procent van de energiebronnen hernieuwbaar zijn, stelt de hoogleraar. Om dat voor elkaar te krijgen, zijn jaarlijks wereldwijd onder meer 17.750 windmolens, 80 zonnecentrales en 32 grote kerncentrales extra nodig. Hij besluit zijn relaas: We zijn er dus nog lang niet.

Een heel aardig boekje over energie is trouwens de Energie Survival Gids van Jo Hermans. Prettig geschreven, helder gepresenteerd en met interessante inzichten. Zo legt hij uit waarom het benzineverbruik zo sterk toeneemt bij hoge snelheden. Verrassend vond ik de vergelijking in energiegebruik van verschillende manieren van transport.

Ik ben vroeger wel vaker met de boot naar Engeland gegaan om expres niet met een energieverslindend vliegtuig te hoeven. Hermans toont echter aan dat –gemiddeld gesproken- een passagiersboot meer energie verbruikt per reizigerskilometer dan een vliegtuig (omdat een passagiersboot zo zwaar is en er dus relatief veel energie nodig is om maar relatief weinig mensengewicht (bv 0.3% van het totaal) te verplaatsen). Een vrachtboot daarentegen is wel weer relatief zuinig, omdat de nuttige lading voor vrachtboten vele malen groter is dan die voor passagiersschepen.

Fietsen slaat alles: Als de energie-inhoud van het extra benodigde voedsel wordt omgerekend in benzine fietsen we 1 op 500. Fietsen is daarmee ook efficiënter dan de meeste andere manieren van voortbewegen die we in de natuur zien (uitgedrukt in benodigde energie per kilometer en per kilogram lichaamsgewicht). Toch leuk om te weten als je weer op je fiets springt.

IPCC procedures doorgelicht door IAC – Uitstekend commentaar door de Volkskrant

September 1, 2010

Het InterAcademy Council (IAC) heeft haar rapport naar buiten gebracht waarin het IPCC werd doorgelicht (wat betreft proces en procedures; niet inhoud).

De Volkskrant publiceerde vandaag een uitstekend redactioneel commentaar over de perikelen rondom het IPCC:

Dat het VN-klimaatpanel IPCC dit voorjaar in het nauw raakte door de ontdekking van enkele fouten in zijn rapporten, was in zekere zin onvermijdelijk. IPCC is als vrijwilligersorganisatie met een kleine staf niet meer opgewassen tegen de maatschappelijke polarisatie die de onwelkome boodschap van opwarming en klimaatverandering nu eenmaal opwekt. Dus is professionalisering gewenst.

Het IAC rapport (persbericht) geeft hiertoe een aantal constructieve suggesties.

(…)

De foutjes die dit voorjaar in de IPCC-rapportage van 2007 bleken te zitten, waren het gevolg van onhandigheden en gemakzucht. Ze ondergroeven echter niet het inzicht dat [en waarom (mijn toevoeging)] het klimaat verandert. Dat ze niettemin een golf van wantrouwen losmaakten, geeft aan dat de klimaatwetenschap en het IPCC als aangever daarvan vooral een imagoprobleem hadden gekregen.

Aan de ene kant worden klimaatwetenschappers geacht zich strikt bij de feiten te houden. Tegelijk zijn hun gegevens en inzichten ook argumenten in de maatschappelijke discussies over het klimaat. Maar zodra ze zelf aan die discussies meedoen, ontstaat weer de suggestie van partijdigheid en vooringenomenheid.

Een professioneler IPCC moet niet alleen de interne zwakheden wegwerken, en zich wetenschappelijk zo solide mogelijk maken en presenteren. Ook moet het duidelijk maken dat zijn werk weliswaar politieke implicaties heeft maar dat het daarmee niet zelf ook politiek bedrijft.

Martijn van Calmthout schreef gisteren in de Volkskrant:

(…)

Die fouten bleken bij nader onderzoek doorgaans ondergeschikte details die de realiteit van een ongewoon snelle klimaatverandering niet wegnemen. Preciezer onderzoek van de gestolen klimaatmails liet niets heel van de suggestie van vals spel.

Maar het publiek vertrouwen in klimaatwetenschap was weg. En de analyse van de geleerden van de IAC, gebaseerd op gesprekken met talloze betrokkenen, laat zien dat een dergelijke crisis rond IPCC haast onvermijdelijk was geworden. Het rapport dat maandag in New York werd aangeboden, ademt de sfeer van een academische organisatie die gaandeweg in steeds heikeler vaarwater verzeild raakte, zonder zich daarvan echt rekening te geven.

Twintig jaar geleden was het een uitstekend idee om geregeld de beste klimaatwetenschap samen te bundelen en toegankelijk te maken voor beleidsmakers. Kennis moest leiden tot verstandige maatregelen, was het idee. En het netwerk van experts dat daartoe werd opgebouwd, mag inderdaad nog steeds indrukwekkend heten.

Maar met de toenemende realiteit van een door de mens veroorzaakte klimaatverandering werd het onderwerp steeds meer beladen. Het debat tussen voor- en tegenstanders van ingrijpend klimaatbeleid werd steeds scherper. En de druk op de leveranciers van de wetenschap onder dat beleid nam gaandeweg ongekende vormen aan.

Uit de analyse van Dijkgraafs onderzoekscommissie komt vooral naar voren dat het IPCC onvoldoende met zijn tijd is meegegaan. De wetenschappelijke vrijwilligersorganisatie die twee decennia geleden nog prima voldeed, blijkt inmiddels veel te kwetsbaar.

Het pleidooi van de IAC voor professionalisering kan maken dat een vernieuwd IPCC zich minder gemakkelijk zal laten overrompelen. Maar het terugwinnen van het verspeelde krediet zal er nauwelijks minder lastig om zijn.

Goede journalistiek bestaat nog.

Zie ook het stukje van Paul Luttikhuis op het NRC klimaatblog met een aantal citaten uit verschillende (Nederlandse en Engelse) media, waaronder ook een aantal voorbeelden van journalistiek zoals we dat ook gewend zijn: Dingen uit je duim zuigen om de lezer te behagen.

PBL checkt het vierde IPCC rapport (AR4 wg2): Commentaar van de media verschilt nogal

July 6, 2010

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft het vierde IPCC rapport (AR4 wg2) gecheckt op fouten en onvolkomenheden. Alleen het onderdeel over de regionale effecten van klimaatverandering (een onderdeel van werkgroep 2) is onder de loupe genomen. Dat behelst dus niet de globale effecten en ook niet de vraag hoe en waarom het klimaat veranderd.

Persbericht:

Hoofdconclusies VN-klimaatpanel over regionale gevolgen klimaatverandering overeind

Samenvatting van het rapport:

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft, op verzoek van de minister van Milieu, de wetenschappelijke basis onderzocht van de belangrijkste conclusies die het IPCC in het Vierde Klimaatrapport van 2007 trekt ten aanzien van de mogelijke regionale gevolgenvan klimaatverandering. Deze conclusies zijn over het algemeen goed onderbouwd en bevatten geen enkele significante fout. De bijdrage van Werkgroep II aan het Vierde Klimaatrapport bevat ruimschoots bewijs dat regionale gevolgen van klimaatveranderingal worden waargenomen; de inschatting is dat deze gevolgen in de meeste delen van de wereld tot aanzienlijke risico’s kunnen leiden als de temperatuur verder stijgt. In sommige gevallen had de onderbouwing van de conclusies echter transparanter behoren te zijn. Hoewel expertbeoordelingen essentieel zijn in wetenschappelijke assessments, beveelt hetPBL aan om de transparantie van deze beoordelingen in toekomstige IPCC-rapporten te verbeteren. Bovendien zijn de onderzochte conclusies in hoge mate een selectie vande belangrijkste negatieve gevolgen van klimaatverandering. Hoewel deze selectie voor het Vierde Klimaatrapport was goedgekeurd door de lidstaten van het IPCC, adviseert het PBL om in het Vijfde Klimaatrapport het volledige spectrum van regionale gevolgen met de bijbehorende onzekerheden in de samenvattingen te vermelden. Om fouten en tekortkomingen zo veel mogelijk te voorkomen moet het IPCC meer gaan investeren in de kwaliteitscontrole.

De volgende aanbevelingen worden gedaan (uit de presentatie):

– Maak onderbouwing conclusies transparanter
– Geef volledig spectrum van regionale gevolgen weer
– Investeer meer in de kwaliteitscontrole
– Investeer meer in kennisopbouw

Het tweede punt raakt aan de kritiek dat werkgroep 2 de negatieve effecten meer in de schijnwerpers zet dan eventuele positieve effecten. Daar zegt het PBL rapport het volgende over:

Vierde AssessmentIPCC had focus op waarschijnlijke negatieve gevolgen

Deze ‘risicogerichte benadering’ is op zich goed te verdedigen:

– Politiek wil attent worden gemaakt op mogelijke bedreigingen en ontregelingen

– Samenleving prima in staat op positieve veranderingen te reageren, maar beleidsreactie is vaak vereist bij negatieve gevolgen

– Positieve en negatieve gevolgen kan je niet optellen

Maar kan nu beter op twee manieren worden aangevuld:

1. Geef ook rol van andere factoren dan klimaat aan, alsmede eventuele positieve effecten

2. Geef ook ‘worst case’ risico’s aan – kleine of onbekende kansen, grote gevolgen

Dit leidt tot een gebalanceerder overzicht van de regionale gevolgen voor water, voedsel, gezondheid, kustgebieden en ecosystemen

In combinatie met de eerste aanbeveling is het inderdaad belangrijk om transparant en expliciet te zijn over de gemaakte keuzes (bijv. een ‘risicogerichte benadering’) en de redenen daarvoor.

Enkele reacties van de media, waaruit aardig blijkt hoe verschillend de reactie op eenzelfde document kan zijn:

Telegraaf:

PBL kritiseert conclusies klimaatpanel

Financieel Dagblad:

Conclusies VN over klimaat overeind

En daar tussen in de Volkskrant:

Klimaatrapport kon wel wat beter;
Belangrijkste conclusies van klimaatpanel VN blijven overeind

Wel jammer dat veel media (inclusief het NOS journaal van 5 juli) niet heel duidelijk maken dat het alleen om de regionale hoofdstukken uit werkgroep 2 (klimaateffecten) gaat.

Update: Deze quote uit de volkskrant is (waarschijnlijk onbedoeld) cynisch:

De conclusie van het Planbureau is een optimistische. (…) Snelle opwarming door het broeikaseffect leidt wereldwijd tot problemen, vaak voor miljoenen mensen.

Huh? Wat een rare definitie van optimistisch… Tussen die twee zinnen, gemarkeerd door (…), staat de uitleg:

De centrale inzichten van het IPCC blijven overeind.

Oh, dus dat wordt er tegenwoordig onder optimistisch verstaan!

Dutch elections: All animals are free, but some are more free than others

June 11, 2010

It was a dark day in Dutch history this past wednesday. The extremist anti-Islam party, that is cynically called “Party for Freedom” (PVV in Dutch), led by Geert Wilders of Fitna-fame, more than doubled its number of seats at the general elections.

A critical analysis of Geert Wilders was aired on Dutch TV recently (Zembla; mostly in Dutch), which made minced beef of the arguments for his political stance, and warned for the dangers of his ideology. His analysis of what the Koran sais (e.g. in Fitna) is extremely shaky, and in some instances even diametrically opposed to what is actually meant in context (where have we heard that before…?). His appeal is based on fear mongering and scapegoating, while ‘dehumanizing’ the humanity of people with a different faith than his own. It’s entirely reprehensible.

As if that’s not enough, they flat out deny the existence of human induced climate change.

Some background to balance the ranting:

Far from being a two-party system, the Dutch political landscape is more fragmented than it’s ever been. A majority coalition needs at least three, and in many cases four parties. The historic ‘political middle’ has been decimated (via RNW):

150 is the number of seats in the Dutch Parliament

The parties represented in this graphic with the number of seats between brackets are:

PvdA (Dutch Labour Party)
PVV (Geert Wilders’ Freedom Party)
VVD (centre-right liberals)
CDA (Christian Democrats)
SGP (Protestant party)
GroenLinks (GreenLeft)
SP (Socialist Party)
Partij voor de Dieren (Party for the Animals)
D66 (Democrats 66)
ChristenUnie (Christian Union)
Trots op Nederland (Proud of the Netherlands)

See also English coverage at RNW in the Guardian, the BBC and elsewhere.

En mijn Nederlandse blog post over o.a. het nep-skepticisme van Richard de Mos van de PVV.

Tijd voor de politiek om wetenschap serieuzer te nemen

June 7, 2010

Deze post is ook als column verschenen in Milieufocus.

De politieke besluitvorming over klimaatverandering loopt tientallen jaren achter op de wetenschappelijke kennis. In feite weten we al decennia lang wat er aan de hand is (natuurlijk met een langzaam toenemende mate van zekerheid en detail), maar heeft de politiek nog nauwelijks stappen gezet om emissies serieus te reduceren. Het is hoog tijd dat de politiek de korte termijn focus omzet in lange termijn strategie en veranderingen.

Het volgende citaat geeft de wetenschappelijke kennis over klimaatverandering kort en bondig weer:

“Diverse studies wijzen op een consensus dat menselijke verbranding van fossiele brandstoffen en verandering in landgebruik zal resulteren in klimaatverandering”

Dit is een citaat uit een rapport van de Amerikaanse Nationale Academie van Wetenschappen uit 1979. Inderdaad, negentien-negen-en-zeventig; U leest het goed.

Ander voorbeeld:

“Klimaatverandering wordt in gang gezet door de verhoogde concentratie aan kooldioxide in de atmosfeer, hoofdzakelijk door het verbranden van fossiele brandstoffen”

Dit is een citaat uit een wetenschappelijk artikel van Callendar uit 1938. Ik zal U niet vermoeien met nog meer voorbeelden, waarbij teruggegaan kan worden tot de 19de eeuw. Feit is dat klimaatverandering een fenomeen is dat al heel lang wordt bestudeerd, waarvan de grote lijnen bekend zijn, en waarover de wetenschap al enige decennia lang haar zorg uitgesproken heeft.

‘Global warming’ is een uitgekomen voorspelling.

In 1979 moest de meest recente sterke opwarming nog beginnen. Hoe konden ze toen al weten wat er zou staan te gebeuren? Het was een voorspelling, die (jammer genoeg) is uitgekomen. Een voorspelling gebaseerd op basale natuurkunde en kennis van klimaatveranderingen in het verleden.

Het is nu 2010 en er is nog niet veel gebeurd om de gestaag groeiende problemen binnen de perken te houden. De politiek loopt decennia achter bij de wetenschappelijke kennis, die ons al jarenlang waarschuwt voor wat ons te wachten staat.

We gedragen ons collectief als een verstokte roker die de waarschuwingen van de doktor in de wind slaat. Hoe lang dat goed blijft gaan en wat er staat te gebeuren, weet niemand precies. Ook de dokter niet. Maar dat het risico gestaag toeneemt is wel duidelijk. Blijkbaar zijn we als mensen maar slecht in staat om risico’s, die pas op lange termijn op gaan spelen, serieus te nemen en daar ook maatregelen tegen te nemen.

Het is natuurlijk ook niet eenvoudig om je los te trekken van de problemen die binnen een beperkte regeerperiode spelen, laat staan dat het eenvoudig is om op globale schaal tot afspraken te komen! De economische crisis, politieke spanningen, criminaliteit, voedselprijzen, etc., het zijn problemen van nu en morgen en vergen aandacht en slagvaardigheid. De lange termijn risico’s worden dan minder ervaren.

Onzekerheid + Traagheid = Gevaar

Echter, uitstel gaat met grote risico’s gepaard:

– Het kost tijd om het energie systeem (de belangrijkste bron van broeikasgassen) aan te passen;

– Het kost tijd voordat een eventuele emissiereductie ook tot een substantiële verlaging van de concentratie leidt;

– Het kost tijd voordat het klimaat op een verandering in de concentratie reageert.

Het energiesysteem, de koolstofkringloop en het klimaatsysteem hebben een grote traagheid in zich. Dus is het zaak op tijd te beginnen met maatregelen. Je kunt niet eeuwig blijven zeggen: “Morgen gaan we sparen”.

Onzekerheid over de precieze gevolgen (zal de zeespiegel in 2100 één of twee meter hoger zijn dan nu?) is geen reden tot uitstel; integendeel. Een doktersadvies (inherent onzeker) sla je ook niet zomaar in de wind, en in een sneeuwstorm ga je ook langzamer rijden.

Wanneer gaat de politiek dit vraagstuk serieus oppakken?


Zie ook het CPB/PBL rapport over de effecten van de verschillende verkiezingsprogramma’s op economie en milieu (tabel 2.1 op pagina 19 geeft een overzicht). De door hen uitgerekende reductie van broeikasgassen ziet er als volgt uit (presentatie p 19):

Update: English commentary by Jules.

Vergroening van het belastingstelsel in zicht?

June 5, 2010

Eindelijk eens goed nieuws:

De Europese Commissie werkt aan een voorstel waarbij de belasting op energie gaat variëren naar CO2-uitstoot.

De cynicus in mij zegt “eerst zien, dan geloven”.

Het is zonneklaar dat voor een effectief klimaatbeleid de kosten van CO2 uitstoot een prijs moet krijgen (prijsprikkels werken beter en zijn i.h.a. meer acceptabel dan ge- en verboden). Daar komt nog bij dat wij de vruchten plukken van de activiteiten die CO2 uitstoten, maar de rekening doorschuiven naar de toekomst. Er zit iets asociaals in het principe van ‘buy now, let someone else pay later’.

Let wel:

“Het doel is niet om de belastingen te verhogen”, zei de Commissiewoordvoerster eerder tegen persbureau Reuters. “We willen ze herstructureren op een manier die consumenten kunnen begrijpen en beheren. Consumenten kunnen dan hun bedrag aan belasting verminderen door hun gedrag te veranderen en energie te besparen.”

Om dan gelijk een aantal uitzonderingen (zware industrie) te noemen. Kan niet alles tegelijk willen natuurlijk.

Wat mij betreft is een budgetneutrale CO2 belasting inderdaad het beste, eventueel gecombineerd met een verschuiving in de belastingen van arbeid naar grondstoffen en CO2. Als iets kapot is, maar goed te repareren valt, is het vaak goedkoper om een nieuwe te kopen dan om het te laten repareren, vanwege de hoge arbeidskosten in het Westen. Dat vind ik niet logisch.

Ik schreef al eerder over emissiehandel en CO2 belasting, naar aanleiding van een stukje over de econoom Michael Grubb.

Het ironische aan die discussie is dat in Westerse landen de aversie tegen een CO2 belasting groot is, terwijl in opkomende economieën zoals China en India een CO2 plafond (de “cap” van cap and trade) niet makkelijk geaccepteerd zal worden.

Onlangs werd weer duidelijk dat het emissiehandel systeem veel mazen heeft die misbruikt kunnen worden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat die niet gedicht kunnen worden. Toch zie ik meer in een eenvoudige CO2 belasting, al geef ik onmiddellijk toe dat ik niet gehinderd word door veel economische kennis in deze.

Hoe sceptisch zijn sceptici nu eigenlijk?

February 24, 2010

Leuk, van die filosofische stukjes over klimaatverandering! In NRC.next stond vandaag een interessante column van Rob Wijnberg, ook te lezen op zijn blog:

Achterdocht is niet hetzelfde als scepsis

(…)
Het Griekse werkwoord skeptomai [betekent] ‘zorgvuldig bekijken’ of ‘onderzoeken’. Volgens Sextus Empiricus waren er dan ook drie soorten filosofen: zij die stelden dat ze de waarheid kenden, zij die stelden dat de waarheid onkenbaar was en zij die naar de waarheid bleven zoeken. De laatste noemde hij sceptici.

Dat de PVV alle klimaatwetenschap categorisch afdoet als een links complot van manipulerende onderzoekers, maakt van het klimaatscepticisme dus een volslagen karikatuur. De Deense socioloog Marcello Truzzi had daar een naam voor: pseudoscepticisme. Volgens hem onderscheidde de pseudoscepticus zich van de echte scepticus door de volgende kenmerken:

1) het veelvuldige gebruik van de drogreden dat onvoldoende bewijs automatisch betekent dat een hypothese onwaar is
2) de neiging om een hypothese te ontkennen in plaats van te betwijfelen;
3) de neiging om tegenstanders te ridiculiseren in plaats van te bekritiseren en
4) de houding dat de eigen stellingname evident is en dus geen verdere onderbouwing vereist.

(…)
Een fundamenteel probleem in de wetenschap [is] dat causale verbanden nooit met absolute zekerheid kunnen worden vastgesteld. 

Daarom is het een drogredenering om te stellen dat “onzekerheid (of niet alles weten) hetzelfde is als niets weten”. Je zou ze eens de kost moeten geven die zich van die argumentatie bedienen.

Vervolgens schrijft Rob dat er wel degelijk constructieve sceptici bestaan, en beschrijft hun belangrijkste punten van kritiek (scepsis over de trend; scepsis over de menselijke invloed; scepsis over de gevolgen):

Deze drie soorten sceptische kanttekeningen vormen een constructieve bijdrage aan het klimaatdebat, omdat ze uitdagen tot verder onderzoek – zoals de oorspronkelijke sceptici het bedoelden.

Idealiter zou dat inderdaad zo zijn. Helaas, de werkelijkheid is anders. Velen die zich etaleren als constructieve sceptici zijn dat allerminst. Wellicht bedienen ze zich niet van rare complottheorieën en grof taalgebruik, maar in veel gevallen staan ze niet open voor aanwijzingen die op het tegendeel wijzen van de door hun graag geziene conclusie.

Vaak zijn hun argumenten al ontelbare malen weerlegd, maar blijven ze die toch in stelling brengen. Dan zijn ze wat mij betreft ontmaskerd als zijnde pseudosceptici. Zeker als ze die argumenten niet in de wetenschappelijke wereld bediscussiëren (waar ze weten dat die geen stand houden tegenover een kritische blik), maar alleen maar in de publieke sfeer naar buiten brengen. Ze zijn dan blijkbaar niet geïnteresseerd in het verder helpen van de wetenschap, maar in het bespelen van de publieke opinie.

Het bestaan van dergelijke pseudosceptici neemt natuurlijk niet weg dat er talloze échte sceptici zijn, waaronder niet in de laatste plaats de wetenschappers zelf.

Scepsis: Ook voor twijfel heb je redenen nodig

February 23, 2010

Een erg goed artikel in de Trouw van vorige week van Boudewijn de Bruin, filosoof aan de Universiteit Groningen:

Scepsis over klimaatverandering is zinnig, maar alleen als er ook goede redenen voor zijn. Komt twijfel voort uit de wens lekker in je auto te blijven rondrijden, dan is ze hypocriet.De fouten in het rapport van het internationale klimaatpanel IPCC hebben tot sceptische reacties geleid over de betrouwbaarheid van wetenschappelijk onderzoek.

(…)

Wetenschappers hebben het moeilijk met deze scepsis. Wetenschappers zien fouten als iets onvermijdelijks. Een voetballer mist ook wel eens een penalty.

(…)

Is die kritische houding over wetenschap verkeerd? Ik denk het niet – mits gebaseerd op goede gronden.

Als ik een huis wil kopen, is het heel nuttig om sceptisch te zijn wanneer de makelaar of hypotheekverstrekker mij verzekert dat huizenprijzen bijna niet kunnen dalen. Hebben zij bewijs voor hun bewering? Hebben zij er niet heel veel belang bij dat ik hen geloof?

(…)

Met wat meer scepsis waren minder mensen slachtoffer geworden van de kredietcrisis. Maar is onbeperkte scepsis ook zo goed? Is het goed om aan alles te twijfelen?

(…)

Aan alles twijfelen is gevaarlijk. En niet alleen in het verkeer. Maar algehele twijfel is ook filosofisch problematisch. Het argument dat de Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951) voor deze bewering gaf, is momenteel weer erg actueel.

Wanneer we besluiten om iemand te geloven dan doen we dat omdat we daar goede redenen voor hebben. Als ik over het strand van Schiermonnikoog loop met een beroemde vogelkenner, en hij vertelt mij over het broedgedrag van de scholekster, dan geloof ik hem omdat ik weet dat hij een expert is. Natuurlijk, hij kan zich vergissen. Maar ik heb meer redenen om aan te nemen dat hij zich niet, dan dat hij zich wel vergist.

Dat is niet erg opzienbarend. Je mag iemand pas geloven als je er goede redenen voor hebt om aan te nemen dat wat hij zegt waar is. Wittgensteins revolutionaire inzicht was echter dat dit ook geldt voor twijfel. Net zoals je redenen nodig hebt om iemand te geloven, moet je redenen hebben om aan iemand te twijfelen. Stel bijvoorbeeld dat de vogelkenner mij op onze tocht ook vertelt dat gasboringen in de Waddenzee economisch weinig nut hebben. Dan is twijfel meer op zijn plaats. Want ik weet dat de vogelkenner geen econoom is, en al helemaal geen expert op het gebied van gas en economie.

Hebben de klimaatsceptici goede redenen voor hun twijfel? En hoe ga je dat na? Stel dat een klimaatscepticus het IPCC-rapport niet gelooft op grond van het feit dat er op één plaats gebruik is gemaakt van een artikel dat niet voldoet aan de gebruikelijke academische eisen van peer review.

(…)

Tal van rapporten die klimaatsceptici voor zoete koek slikken, maken gebruik van even dubieuze bronnen. [Dat is een understatement. BV] Peer review, om het mild uit te drukken, is niet erg ingeburgerd onder de klimaatsceptici.

Dat laat zien dat de twijfel van de klimaatsceptici niet gerechtvaardigd is. Zeker, een kritische, sceptische houding is zinnig. Maar twijfel over klimaatverandering is alleen dán gerechtvaardigd, wanneer je goede redenen hebt voor je twijfel. En als de reden om twijfel te uiten eigenlijk is ingegeven door je wens om lekker in je auto te blijven rondrijden, of om dure milieumaatregelen voor je bedrijf te blokkeren, dan is je scepsis niet alleen misplaatst, maar ook hypocriet.


%d bloggers like this: